Viktor Orbán gaat lijnrecht in tegen Brussel: "Instorting van Oekraïne zou een ramp zijn!"

Orbán zei letterlijk: “De instorting van Oekraïne zou een ernstig probleem zijn voor Hongarije. Dat is niet alleen níét in het belang van Hongarije, maar we moeten juist een uitstekende overeenkomst sluiten om te voorkomen dat dit gebeurt.” De kern van zijn betoog is eenvoudig. Hongarije grenst aan Oekraïne. Wat daar gebeurt, raakt Hongarije direct.

De Hongaarse premier benadrukt dat stabiliteit in het buurland geen abstract geopolitiek begrip is, maar een concrete noodzaak. Hongarije levert namelijk een aanzienlijk deel van de energie aan Oekraïne. Orbán schreef: “Vergis u niet: de instorting van Oekraïne zou een ramp zijn voor Hongarije. Stabiliteit aan onze grens is van cruciaal belang. Hongarije levert 44 procent van de elektriciteit en 58 procent van het gas aan Oekraïne.”

Deze cijfers maken zijn standpunt tastbaar. Een instabiel of instortend Oekraïne zou niet alleen humanitaire problemen veroorzaken, maar ook chaos in de energievoorziening, grensveiligheid en economie. Voor Hongarije betekent dat onzekerheid, hogere kosten en toenemende veiligheidsrisico’s. Orbán redeneert nadrukkelijk vanuit verantwoordelijkheid voor zijn eigen bevolking.

Orbáns analyse leidt hem al langer tot dezelfde conclusie: onderhandelingen zijn noodzakelijk. Volgens hem verzwakt de oorlog Oekraïne met de dag verder. “Ondertussen verzwakt de oorlog Oekraïne elke dag opnieuw. Vrede is het enige dat het land kan versterken. Wie werkelijk aan de kant van Oekraïne staat, moet vrede willen, en wel nu,” schreef hij op X.

Dat standpunt wijkt af van de dominante lijn binnen de Europese Unie, waar militaire steun en financiële kredieten centraal staan. Orbán noemde een EU-krediet aan Oekraïne eerder “een uiterst slechte beslissing” en “weggegooid geld”. Vanuit zijn perspectief verlengt deze aanpak de oorlog, zonder uitzicht op structurele stabiliteit.

Die houding zorgt voor spanningen. Hongarije heeft meerdere EU-besluiten over steun aan Oekraïne geblokkeerd, wat leidde tot felle kritiek, onder meer uit Kyiv. De Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken Andrii Sybiha reageerde eerder scherp op Orbáns uitspraken en haalde zelfs de Tweede Wereldoorlog aan.

Toch blijft Orbán consequent. Hij ziet zichzelf niet als tegenstander van Oekraïne, maar als realist. Hij erkent de geopolitieke realiteit, inclusief de rol van Rusland, maar weigert zijn land mee te trekken in een conflict zonder duidelijke eindstrategie.

Wat Orbáns positie onderscheidt, is de nadruk op nationale belangen boven ideologie. Hongarije bevindt zich geografisch, economisch en historisch in een kwetsbare positie. In dat licht is zijn waarschuwing logisch. Een instorting van Oekraïne zou leiden tot vluchtelingenstromen, economische ontwrichting en veiligheidsproblemen, direct aan de Hongaarse grens.

Zijn boodschap is daardoor minder controversieel dan vaak wordt voorgesteld. Hij pleit niet voor chaos, maar juist voor stabiliteit. Niet voor oorlog, maar voor vrede. En niet tegen Oekraïne, maar tegen een strategie die volgens hem uiteindelijk alleen maar verliezers oplevert.