Het demissionaire kabinet stuurt staatssecretaris
Mariëlle Paul (VVD, Emancipatie) eind deze maand naar Boedapest voor de
jaarlijkse Pride-mars, of wat daar nog van over is. De mars is door de
Hongaarse regering verboden, maar de burgemeester van Boedapest, Gergely
Karácsony, probeert via een juridische omweg het evenement toch door te laten
gaan als een “gemeentelijk festival van vrijheid”.
Paul heeft aangegeven dat ze mee zal lopen als de mars
doorgaat. Als de mars verboden blijft, zal ze deelnemen aan alternatieve
activiteiten en een toespraak houden op een receptie met Pride-organisatoren.
Een diplomatiek statement
Dit is niet alleen een provocatief gebaar van het
Nederlandse kabinet, het is een openlijke en onnodige inmenging in de interne
aangelegenheden van een soeverein EU-lidstaat. Het is diplomatieke
zelfoverschatting met regenboogvlaggetjes.
Staatssecretaris Paul
stelt dat ze wil laten zien dat “het
kabinet staat voor de rechten van
lhbtiq+-personen in heel
Europa.” Ze beroept
zich op de zogenaamde “kernwaarden” van de EU, waaronder vrijheid en
gelijkheid. Maar dat is niet wat hier op het spel staat.
👉 Steun DDS in de strijd voor een écht rechts Nederland!
Rekeningnummer: NL95 RABO 0159098327 t.n.v. Liberty Media
✅ Doneer direct via BackMe en ontvang elke dag een gratis column in je inbox (die we niet op DDS konden publiceren omdat die te controversieel was)
Link: https://dds.backme.org Hongarije is geen dictatuur
Hongarije is een democratie met een verkozen parlement dat
wetten maakt op basis van het mandaat van de kiezer. Als dat parlement, waarin
Viktor Orbáns Fidesz-partij een ruime meerderheid heeft, wetgeving aanneemt
die seksuele voorlichting en Pride-optredens aan banden legt om minderjarigen
te beschermen, dan is dat een legitiem besluit van een soeverein land.
De Hongaarse overheid verdedigt haar lijn als bescherming
van het gezin en behoud van christelijke waarden. Premier Orbán is daar
duidelijk over: Hongarije erkent twee geslachten, beschermt kinderen tegen
ideologische indoctrinatie en verzet zich tegen wat men noemt “gender- en
LHBT-ideologie die door Brussel wordt opgedrongen.” Dat is geen extremisme. Dat
is politieke koers. Een groot deel van de Hongaarse bevolking staat daarachter.
Orbán verdient juist respect
Viktor Orbán verdient geen hoon, maar erkenning voor het
feit dat hij zijn land beschermt tegen ideologische overmacht van buitenaf.
Waar West-Europese leiders buigen voor het
woke-denken en seksuele
indoctrinatie op scholen, trekt Orbán een duidelijke lijn: in Hongarije zijn
gezin, geloof en cultuur géén onderhandelingsmateriaal. Dat mag dan tegen het zere been zijn van woke-gekkies in
Nederland, maar het is wel degelijk democratisch gelegitimeerd.
De Pride in Boedapest is inmiddels verworden tot een
politiek actiemiddel — geen viering van liefde, maar een confrontatie met
Hongaarse waarden. Laat Boedapest met rust.