Orbán slaat alarm: ‘Hongarije mag de euro niet invoeren, de EU wankelt en valt langzaam uiteen’

“Hongarije moet zijn lot niet nauwer verbinden met de Europese Unie dan nu,” zei Orbán. “De invoering van de euro zou de hechtst mogelijke band betekenen.”

Orbán stelt dat de Europese muntunie haar oorspronkelijke belofte van stabiliteit niet heeft waargemaakt. De verschillen tussen noord en zuid zijn gegroeid, niet kleiner geworden. En juist daarom wil hij niet dat Hongarije zich vastketent aan een financieel systeem dat volgens hem structureel uit balans is.

Sinds Hongarije in 2004 lid werd van de EU, heeft het zijn forint behouden. Die nationale munt geeft het land ruimte om eigen beleid te voeren. Waar eurolanden gebonden zijn aan één centraal rentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB), kan Hongarije zelf reageren op prijsstijgingen, schulden of valutadruk.

Orbán beschouwt dat als een strategisch voordeel. De ECB maakt beleid dat in de eerste plaats Duitsland, Frankrijk en Italië ten goede komt. Voor kleinere landen aan de rand van de Unie is er weinig zeggenschap.

De euro, zegt hij, heeft landen als Griekenland en Spanje eerder in de problemen gebracht dan geholpen. Een eigen munt betekent zelfstandigheid - en in tijden van crisis is dat goud waard.

De Hongaarse regering wijst erop dat de euro niet één economie, maar negentien zeer verschillende economieën bedient. Landen met hoge schulden profiteren van lage rentes, terwijl landen met sterke begrotingen inflatie-importeren.

Het gevolg: structurele spanningen binnen de muntunie. Wat bedoeld was als bindmiddel, werkt in de praktijk als breekijzer.

Orbán noemt de euro een politiek project dat economisch wringt. Zolang de EU geen echte eenheid heeft, met één begrotingsbeleid en één verantwoordingsstructuur, is de euro volgens hem vooral een risico.

De discussie over de euro is voor Hongarije meer dan een financieel vraagstuk. In Boedapest leeft het besef dat monetaire integratie ook politieke afhankelijkheid betekent. Wie de euro invoert, geeft zeggenschap over rente, begroting en schuld op aan Brussel en Frankfurt.

Voor Orbán is dat een rode lijn. Hij ziet hoe de Europese Commissie miljarden aan fondsen gebruikt als drukmiddel tegen lidstaten die niet in de pas lopen. Eén gemeenschappelijke munt zou die macht alleen maar vergroten.

Orbán zegt wat veel kleinere lidstaten denken, maar zelden hardop uitspreken: dat nationale economische controle belangrijker is dan de symboliek van een Europese munt.

De Hongaarse premier ziet de toekomst van zijn land niet in verdere integratie, maar in flexibiliteit. Zolang de EU intern verdeeld is, is toetreding tot de eurozone volgens hem onverstandig.

Orbán laat geen twijfel bestaan: zolang de Europese Unie economisch wankelt, houdt Hongarije de forint. In zijn ogen is dat geen verzet, maar gezond verstand. Een land dat zichzelf serieus neemt, laat zijn munt niet uit handen glippen aan een Unie die haar eigen richting kwijt is.