Gisteren en vandaag kwamen de leiders van de EU-lidstaten bijeen om over de toekomst van de Unie te praten. Geen oeverloze debatten, maar spijkers met koppen moesten er worden geslagen. Want de tijd was nu rijp om stevig door te pakken, nu het ergste van de crisis achter ons ligt, aldus Juncker c.s. Eén van de belangrijkere beleidsterreinen betreft de eurozone. Die zou verdiept en versterkt moeten worden. Tot een heus Europees Monetair Fonds aan toe. Maar hoe verstandig zijn die plannen?
‘Praktische oplossingen voor echte problemen’, zo vatte EU-president Donald Tusk zijn boodschap aan de Europese regeringsleiders voorafgaand aan de Europese top van 19 en 20 oktober 2017 in een brief samen. Geen schier oneindige debatten over Europese vergezichten, maar ‘Management by Decision Notes’, besluitvormingsstukken voor probleemonderwerpen, betoogde de Pool. Daadkracht en leiderschap zijn nodig in plaats van het kenmerkende trage Europese besluitvormingsproces.
De indruk moest ten sterkste worden vermeden dat de Europese leiders een nieuwe vlucht naar voren voorbereiden, waarbij opnieuw nationale bevoegdheden op grote schaal worden overgedragen aan Brussel. Toch is dat precies wat er momenteel gaande is. In samenspraak met de Europese Commissie (EC).
Het begon vorig jaar met het Plan der Vijf Presidenten, gevolgd door een Witboek over de Toekomst van de eurozone, dat werd afgerond met het Reflection Paper van de EC. Hierin pleitte Commissievoorzitter Juncker onder andere voor een verdere verdieping van de eurozone. Plannen die op warme steun van de nieuwe Franse president Macron kunnen rekenen. Niet toevallig kwamen beide heren afgelopen donderdag samen aan bij de Europese top:
https://twitter.com/AnotherEUJourno/status/920992243346964481
Macron is als een politieke feniks voor Frankrijk. Zijn beweging bestaat koud anderhalf jaar en reeds nu domineert hij het Europese politieke toneel. Het in Brussel goed ingevoerde nieuwsagentschap Politico schreef over Macron: ‘It’s all about Emmanuel’. Daarbij verwijzend naar het grote aantal onderwerpen die Macron in korte tijd op de agenda had weten te krijgen: variërend van vergaande Europese militaire samenwerking tot aan verdieping van de eurozone en van strengere aanpak ‘sociale dumping’ van arbeidsmigranten tot aan een nieuw systeem voor Europese verkiezingen.
Een van de problemen van de EU is nog altijd de eurozone, ondanks de zelffelicitaties van de Europese Commissie over haar gevoerde crisismanagement van de afgelopen zeven jaar tijdens de eurocrisis. Er liggen nu plannen voor om de eurozone ingrijpend te verdiepen, waarbij het Europees Stabiliteits Mechanisme (ESM) moet worden getransformeerd tot een heus Europees Monetair Fonds (EMF) ter vervanging van het huidige Internationale Monetaire Fonds (IMF) uit Washington.
Dit zijn ingrijpende besluiten die voor Nederland grote gevolgen zullen hebben. Minister-president Rutte mag dan een afkeer hebben van ‘Europese vergezichten’, toch zal ook hij er niet aan ontkomen om duidelijk aan te geven waar hij staat. Kersvers parlementariër Thierry Baudet deed in het recente Kamerdebat over het Regeerakkoord een dappere poging om Rutte te verleiden kleur te bekennen, maar de antwoorden van de premier bleven vooralsnog tamelijk flets:
Toch zal het derde kabinet Rutte niet kunnen vermijden om klare wijn te schenken over de Europese plannen, zegt ook Rem Korteweg van denktank Clingendael. ‘Een gebrek aan een gedeeld beeld zou weleens een belangrijke splijtzwam kunnen worden in een nieuw kabinet.’ Want weliswaar toont Rutte zich in Den Haag steeds EU-kritisch, in Brussel tekent hij altijd braaf bij het volgende Europese kruisje.
En er staat het nodige te gebeuren. Een apart eurozoneparlement met mogelijk een eigen minister van Financiën, een permanente voorzitter van de eurogroep, en last but not least een heus EMF, waarvoor het ESM de basis moet leggen. Huidig eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem had eerder dit jaar al aangegeven dat het ESM omgebouwd moet worden naar een Europees IMF, en we weten nu ook waarom: hij wordt parttime strategisch adviseur van datzelfde ESM.
In januari van volgend jaar treedt Dijsselbloem af als voorzitter van de eurogroep. Het is nog niet bekend wie hem zal opvolgen. Het is ook nog niet bekend hoe de precieze rolverdeling tussen een nieuwe (permanente) voorzitter van de eurogroep en de beoogde voorzitter van het EMF zal zijn. Volgend jaar omstreeks mei/juni worden daarover knopen doorgehakt, is de planning van de Raad van regeringsleiders.
En ook nog niet bekend is waarmee de Raad van State zal komen. Volgende maand komt zij met een advies aan de regering over hoe de Economische en Monetaire Unie (EMU) binnen de huidige verdragskaders versterkt kan worden. Zulks naar aanleiding van een motie van CDA-kamerlid Omtzigt. Het ligt niet in de lijn der verwachtingen dat haar advies sterk zal afwijken van wat de AIV (Adviesraad Internationale Vraagstukken) deze zomer naar buiten bracht. Als dat inderdaad het geval is dan betekent dit, dat Nederland meegaat in de plannen van Juncker en Macron en dat er grote bevoegdheden worden overgedragen naar Brussel. Volgens de vice-voorzitter van de AIV, Alfred van Staden, is een verdieping en versterking van Europese samenwerking op economisch gebied ‘onvermijdelijk’ en moet Nederland haar verzet tegen een sterker Brussel laten varen.
Toch wekt deze gang van zaken voor de neutrale toeschouwer bevreemding. Immers, het was destijds in 2010 zowel voor het Duitse als Nederlandse parlement een absolute voorwaarde dat het IMF betrokken zou worden bij de redding van de zwakke eurozone lidstaten. Die IMF-steun werd noodzakelijk geacht wegens de kennis en ervaring die het IMF heeft inzake het weer op de rit krijgen van in financiële moeilijkheden verkerende landen.
Echter, wat bleek tijdens de redding van Griekenland? Het IMF wilde een noodzakelijke gedeeltelijke schuldkwijtschelding tegen de zin van de twee andere leden van de trojka, de Europese Centrale Bank (ECB) en de EC. Volgens het IMF werd er politiek bedreven door de EC, terwijl die vond dat het IMF ‘te lastig’ werd. Vandaar dat er nu in Brussel wordt gepleit voor een eigen Europees IMF. Dan kunnen de eventuele problemen op zijn Brussels worden opgelost.
Met het permanente noodfonds ESM heeft Brussel dan een instituut in handen waarmee ongelimiteerd fondsen ter beschikking kunnen worden gesteld om zwakke eurozone lidstaten en dito banken te redden. Met andere woorden: niet langer de ECB als backstop voor probleemgevallen, maar de portemonnee van de eurozone-belastingbetaler.
Maar er is helemaal geen reden toe om het IMF aan de kant te schuiven en een EMF daarvoor in de plaats te stellen. Integendeel. Met het verdwijnen van het IMF verdwijnt ook de enige niet-gepolitiseerde speler aan de onderhandelingstafel. De plannen van de Commissie en Macron roepen derhalve vele vragen op.
De Nederlandse regering zou er goed aan doen om goed op haar zaak te letten, want zonder meer meegaan met deze plannen betekent dat Nederland in een fuik zwemt waaruit terugkeer niet meer mogelijk is. Ons parlement zal dus voor een prangende vraag komen te staan, waarbij haar bestaansrecht de facto aan de orde is. Immers, als je niet meer over het geld gaat, dan ga je in feite nergens meer over. Het kabinet-Rutte III heeft dus enkele heikele vragen te beantwoorden.