Freek Jansen (FVD) als énige spreker aanwezig tijdens immigratiedebat: "De minister neemt niet eens de moeite om te luisteren, heel merkwaardig!"

Jansen zegt in zijn betoog dat we in Nederland nu in de grootste huizencrisis zitten sinds 1610. “De woningnood is nog nooit zo groot geweest. Er 400.000 woningen te kort. 40.000 daklozen. 60.000 Nederlanders wonen gedwongen in een recreatiepark en 900.000 jongeren naar schatting wonen nog steeds bij hun ouders.” Het FVD-Kamerlid is verbaasd dat dit als hamerstuk er doorheen wordt geduwd en dat tegelijkertijd de zaal leeg is. “Dat ik de enige spreker ben, dat FVD blijkbaar de enige partij is die dit belangrijk genoeg vindt om daar vandaag het woord over te voeren. Het wordt er gewoon doorheen geduwd, er wordt gedaan alsof dit iets kleins is. Ik vind dat schokkend. We leven in de grootste huizencrisis óóit. Nu wordt er een besluit genomen wat een hele grote impact heeft.”

Minister Hugo de Jonge is, zoals zo vaak, niet geïnteresseerd in het betoog van de FVD’er. “De minister moet hooguit 10 minuten opletten, dit debat duurt helemaal niet lang en er zijn helemaal niet veel sprekers. Ik ben de enige inspreker, FVD is de enige partij die zich ingeschreven heeft voor het debat en de minister neemt niet eens even de moeite om te luisteren. Ik vind het heel merkwaardig.” Aldus Jansen.

Vervolgens geeft Jansen aan dat we hebben gezien hoe onze samenleving voor een groot deel wordt ontwricht door de massale immigratie en hij vraagt zich dan ook af wat de gevolgen gaan zijn voor Nederlanders die al erg lang opzoek zijn naar een woning, wanneer de grote groep Oekraïners zich blijvend willen vestigen in Nederland. “Ik schetste al de woningnood, die is ongekend hoog. Als deze mensen allemaal gaan blijven in Nederland gaat dat ook weer een aanslag zijn op de woningen die beschikbaar zijn voor Nederlanders. Ik voel heel veel sympathie voor de Oekraïners, maar we moeten ook écht stil staan wat het betekend voor Nederland. Want wij zijn Nederlandse volksvertegenwoordigers gekozen door Nederlanders, vóór Nederlanders!” Aldus Jansen.