Sinds 1977 laat het Nederlandse kiesgedrag zich opvallend
goed verklaren aan de hand van één gegeven: of de zittende premier meedoet aan
de verkiezingen. Als dat zo is, wint hij in de meeste gevallen. Zo niet, dan
wordt het een slachtveld voor de coalitiepartijen.
Volgens Maurice de Hond zijn de patronen duidelijk, de risico’s fors en de
ruimte voor herstel beperkt. Met 29 oktober in zicht staat vooral de
VVD voor
een pijnlijke test: lukt het de partij om aan een historische afstraffing te
ontsnappen?
Maurice de Hond somt het helder op: “Sinds 1977 zijn er
vijftien Tweede Kamerverkiezingen geweest. Bij twaalf daarvan deed de zittende
premier mee – en in elf gevallen won hij.” Alleen in 2010 was dat anders, toen
Balkenende derde werd. De rest van de lijst oogt indrukwekkend: Van Agt,
Lubbers, Kok, Balkenende en Rutte, allemaal slaagden ze erin om met het
voordeel van het premierschap een stevige uitslag binnen te halen.
De Hond stelt: “Deze cijfers wijzen op een patroon: veel
kiezers maken bij Kamerverkiezingen een andere afweging dan bij provinciale of
gemeentelijke verkiezingen.” Want: “Bij Kamerverkiezingen weten kiezers wél:
als de premier wint, blijft hij zitten.”
Zonder premier op het stembiljet volgt electorale afstraffing
Dat maakt het ontbreken van een premier als lijsttrekker
meteen een kwetsbaar moment. De Hond wijst op drie verkiezingen waarbij dat het
geval was: 1994, 2002 en 2023. Alle drie eindigden in forse nederlagen voor de
zittende macht. “Als de zittende premier vertrekt, verliezen de
coalitiepartijen zwaar,” stelt hij. In 1994 raakten CDA en PvdA samen 32 zetels
kwijt. In 2002, na de moord op Fortuyn, verloren PvdA, VVD en D66 maar liefst
43 zetels. In 2023 zakten de vier regeringspartijen gezamenlijk 37 zetels. Geen
toeval, maar een patroon dat zich lijkt te herhalen.
Wat betekent dat voor de verkiezingen van 29 oktober 2025?
Volgens Peil.nl staan de huidige vier coalitiepartijen op een gezamenlijk
verlies van 35 zetels. “Dit verlies past in het rijtje van 1994 (-32), 2002
(-43) en 2023 (-37) – alle drie verkiezingen zonder zittende premier,” aldus De
Hond.
De onderliggende vraag: waar gaat het kiezers om in deze
verkiezingsronde? De Hond noemt drie krachten die bepalend zijn. Ten eerste:
“Afrekening met de coalitiepartijen.” Ten tweede: “De verwachting hoe de
belangrijke thema’s na de verkiezingen worden aangepakt.” En ten derde: “Wie
men wel of niet als premier en in de regering wil.”
Wie wordt premier? Wilders, Timmermans of toch niemand?
Juist dat laatste is in 2025 opnieuw een explosief thema. In
2023 bleek al dat de grootste partij niet automatisch de premier levert. “Zelfs
als de PVV 40 zetels haalt, lijkt de kans klein dat Wilders premier wordt. Hij
heeft steun nodig van 36 andere Kamerleden – en die lijkt onhaalbaar.” Ook bij
Timmermans ligt het niet voor de hand. “Maar wil een slecht scorende VVD dan
een regering onder Timmermans steunen? De kans is groot dat dit voor de VVD
vervolgens electoraal rampzalig zal zijn.”
Daarmee ontstaat een klem voor rechtse en centrumrechtse
kiezers. CDA en VVD hebben uitgesloten met Wilders te regeren, maar ook
samenwerking met Timmermans is voor veel VVD-stemmers onverteerbaar. Volgens De
Hond ondermijnt dit de aantrekkingskracht van de VVD: “Zeker onder VVD-stemmers
is de afkeer van Timmermans en zijn partij groot, wat daardoor de
aantrekkingskracht van de VVD verder zal ondermijnen.”
Het gevolg: “Voor de kiezers tussen het midden en de PVV
(ongeveer 45% van het electoraat) wordt het daarmee een ingewikkelde keuze.”
Veel mensen die Timmermans niet in de regering willen, dreigen via een stem op
de VVD die uitkomst juist dichterbij te brengen. Tegelijk trekt de VVD te
weinig stemmen rechts van het midden omdat Wilders al is uitgesloten. Als JA21
in deze zone aan kracht blijft winnen, kan de VVD zelfs buiten de top drie
vallen.
🟦 DDS krijgt geen cent van de overheid of het kartel. We leven van donaties van trouwe lezers zoals jij. 👉 Doneer via https://dds.backme.org – dan krijg je ook nog eens elke dag een exclusieve column in je inbox die we niet op DDS kunnen publiceren. Of: 💶 Maak een bedrag over naar NL95RABO0159098327 t.n.v. Liberty Media. Wat moet de VVD doen om dit scenario af te wenden?
Volgens De Hond zijn er twee strategieën. Eén daarvan is het volledig
vernieuwen van de partij, inclusief een nieuwe lijsttrekker. “Wat nodig is: een
‘new kid on the block’ die de wind in de rug krijgt in de aanloop naar de
verkiezingen en het verleden van de partij kan overstijgen.” Maar De Hond ziet
ook de beperkingen: “Is die persoon er? En is het niet te laat om zo’n wissel
door te voeren?”
De enige kans: een duidelijke lijn tegen Timmermans
De tweede optie is strategisch waarschijnlijker: “Een
strategische zet waardoor de VVD zich scherp onderscheidt van het CDA en een
stuk aantrekkelijker wordt voor rechtse kiezers.” Die zet? Het expliciet
uitsluiten van samenwerking met Timmermans. “Zo’n duidelijke lijn kan de partij
opnieuw relevant maken voor het 45% grote electoraat tussen het midden en de
PVV.” Daarmee biedt de VVD een helder alternatief aan de kiezer die noch PVV,
noch GroenLinks/PvdA in de regering wil. Ja, dat roept de onvermijdelijke vraag
op: wat blijft er dan over?
Ook daar heeft De Hond een antwoord voor paraat. “Als we
meer dan 35 zetels halen, is zo’n kabinet haalbaar. Help ons die 35 zetels te
halen.” Daarmee kan de VVD de verkiezingen framen als een tweestrijd over de
vraag wie er niet in de regering moet komen, in plaats van wie er wel in moet.
Die strategie sluit aan bij een belangrijke les uit het verleden: “Hoe
duidelijker de vraag is aan de kiezer, hoe duidelijker het antwoord is.”
De laatste kans voor de VVD
Voor de VVD is het nu buigen of barsten. Zonder richting,
zonder lef en zonder helder profiel dreigt een dramatische uitslag op 29
oktober. Maar met een scherpe koers, duidelijke afbakening en een uitgesproken
boodschap zou het tij nog kunnen keren. De geschiedenis herhaalt zich. Maar
alleen wie oplet, ziet de afslag naar een andere toekomst.