Paul Cliteur haalt uit naar Zembla: Ego's en vooroordelen beïnvloeden Nederlandse onderzoeksjournalistiek

Deze hooghartigheid lijkt vooral te gelden voor Nederlandse "onderzoeksjournalisten." Zoals Cliteur betoogt. Wanneer een NPO-programma wordt geroemd om zijn "onderzoeksjournalistiek," moeten de alarmbellen rinkelen. Meestal bevinden zich in zulke programma's linkse, zo niet gecamoufleerd extreemlinkse, persoonlijkheden met een bijzondere interesse in het ontmaskeren van zogenaamd "extreemrechtse" (oftewel "fascistische") politici of burgers met vergelijkbare opvattingen.

Een treffend voorbeeld is het programma "Zembla" van BNNVARA, dat zichzelf presenteert als het onderzoeksjournalistieke televisieprogramma van BNNVARA. Echter, "Zembla" dient eerder als een platform voor wat Cliteur "suggestiejournalistiek" noemt dan als een plek voor diepgaand onderzoek.

In het verleden heeft "Zembla" geprobeerd de reputatie van personen zoals Ayaan Hirsi Ali en Thierry Baudet te beschadigen. Cliteur merkt op, "In 2006 hadden de moraalridders van Zembla te maken met de zwarte, genitaal gemutileerde, feministische, anti-islam activiste Ayaan Hirsi Ali." Recenterelijk richtte het programma zijn pijlen op mensen die zich uitspreken tegen massa-immigratie en de asielindustrie. Cliteur schrijft, "In haar jongste actie heeft Zembla zich gestort op het domme extreemrechtse publiek dat zich nog steeds blijft verzetten tegen de massa-immigratie, de asielindustrie en daarbij politici zou 'bedreigen'."

Deze tactieken zijn echter te ver gegaan, zelfs voor sympathisanten van Zembla bij andere omroepen. Cliteur constateert dat Deze tactiek nu een brug te ver blijkt te zijn voor zelfs de sympathiserende collega’s van Zembla bij de andere omroepen. Het lijkt erop dat het programma nu te opzichtig te werk gaat, en het heeft zelfs het respect verloren van degenen die normaal gesproken hun agenda steunen.