De antidemocraten van D66 steunen het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne. Dit terwijl het juist D66 was die er decennia voor pleitte dat er referenda gehouden moesten worden in ons land.
Ooit, heel lang geleden, was D66 partij voor politieke vernieuwing. De Democraten deden hun naam eer aan: ze waren voor een gekozen burgemeester én voor referenda. Het electoraat zou nauwer bij de politiek betrokken moeten worden; de massa is wijzer dan veel politici denken.
Helaas is het D66 van Hans van Mierlo niet het D66 van Alexander Pechtold. De meest onuitstaanbare man in Den Haag is namelijk helemaal geen democraat:
Het akkoord over het Oekraïne-verdrag kan definitief op steun van D66 rekenen. De partij vindt dat de extra afspraken die vorige week door premier Mark Rutte zijn gemaakt met de EU de zorgen van de nee-stem goed invullen.
"Iedereen is het erover eens dat het veel te lang heeft geduurd. Maar de premier heeft zijn blessuretijd wel goed benut", zegt D66-Kamerlid Kees Verhoeven dinsdagavond in de Tweede Kamer over het Oekraïne-verdrag.
Al was de D66-fractie blij met het onderhandelingsresultaat -- dat feitelijk overigens niet verandert -- dan nog hadden ze tegen dit verdrag moeten stemmen. De Nederlandse kiezer heeft dat immers gedaan in een referendum; tot voor kort was de introductie van referenda nog een stokpaardje van de partij. Je kunt niet voor referenda zijn, maar de uitslag negeren als die je niet aanstaat.
Hans van Mierlo had dat vrijwel zeker begrepen. Alexander Pechtold niet. Want Pechtold weet het beter. Altijd. Als dat domme klootjesvolk het niet met hem eens is ligt dan aan hen, en nooit aan hem. Daarom gaf hij Kamerlid Verhoeven opdracht om het verdrag alsnog te steunen, en die deed dat natuurlijk met bijzonder veel plezier. Net als Pechtold is hij namelijk bijzonder hautain, betweterig en, bovenal, eurofiel.