Het kabinet-Schoof trekt de portemonnee. Ministers Marjolein Faber (Asiel en Migratie) en Reinette Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp) maakten bekend dat Nederland de komende jaren tientallen miljoenen per jaar gaat investeren in zogeheten migratiedeals. In totaal kan het bedrag oplopen tot €118 miljoen in 2029. Het doel: het tegenhouden van illegale migranten vóórdat zij naar Europa – en dus naar Nederland – vertrekken.
Daarvoor worden
strategische partnerschappen gesloten met landen in Noord-Afrika, Sub-Sahara Afrika en het Midden-Oosten. Concrete afspraken gaan over grensbewaking, terugkeerafspraken, opvang in de regio en samenwerking bij het bestrijden van mensensmokkel. Een nieuw idee dat het kabinet wil invoeren, zijn zogenaamde terugkeerhubs, waar afgewezen migranten tijdelijk kunnen worden opgevangen.
Faber: “Kosten zijn veel hoger als ze hier aankomen”
Minister Faber, die namens de
PVV verantwoordelijk is voor het asielbeleid, noemt de investering “volkomen gerechtvaardigd.” In een officiële verklaring zegt ze:
“Het aanpakken van illegale migratie is voor mij topprioriteit. Daarom investeren we in die landen om te voorkomen dat mensen de oversteek naar Europa maken. We zien allemaal dat de kosten voor de maatschappij veel hoger zijn als migranten eenmaal hier zijn.”
Met andere woorden: liever nú miljoenen investeren in preventie aan de buitengrenzen, dan straks miljarden kwijt zijn aan opvang,
integratie, bijstand en procedures van asielzoekers die Nederland niet wil, maar moeilijk kwijt kan.
Klever: “We bouwen aan een brede agenda van samenwerking”
Minister Reinette Klever, verantwoordelijk voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, benadrukt het bredere plaatje. Nederland wil niet alleen harde migratie-afspraken maken, maar ook inzetten op handel, voedselzekerheid, watermanagement en gezondheidszorg.
“Nederland heeft veel expertise op thema’s zoals water, voedselzekerheid en gezondheid... Daar is veel vraag naar in landen waarmee we willen samenwerken om migratie te beheersen."
Het kabinet zet daarmee in op wat het noemt een “agenda van gedeelde belangen”, waarin Nederlandse economische en strategische kennis worden ingezet om diplomatieke invloed te verwerven – met als doel: minder instroom van migranten zonder verblijfsrecht.
Is dit de oplossing – of een doekje voor het bloeden?
De aankondiging roept ook vragen op. Want hoe effectief zijn deze migratiedeals écht? De praktijk leert dat eerdere deals – zoals met Turkije of Tunesië – vaak fragiel, tijdelijk en afhankelijk van politieke grillen zijn. Bovendien is het vaak moeilijk controleerbaar of geld dat naar Afrika gaat ook daadwerkelijk wordt ingezet voor de afgesproken doelen.
Daarnaast blijkt het in de praktijk vaak lastig om terugkeer van afgewezen asielzoekers te organiseren, zelfs als daar afspraken over zijn gemaakt. Veel landen weigeren hun onderdanen terug te nemen, of vertragen het proces eindeloos.
Toch is het een andere koers dan onder eerdere kabinetten. In plaats van alleen pappen en nathouden binnen Nederland zelf, kiest dit kabinet voor actie aan de voorkant – in de regio waar de migratie begint.
Europese samenwerking – of Europees uitstel?
Nederland onderneemt dit niet alleen. Het kabinet zoekt nadrukkelijk de samenwerking met de Europese Commissie en andere lidstaten. Minister Faber noemt Nederland een “aanjager” van EU-breed migratiebeleid.
Maar de vraag is of Brussel werkelijk wil leveren. De afgelopen jaren zijn er talloze verklaringen afgelegd, maar bleef het effect beperkt. De migratiestroom uit Afrika blijft structureel, en zolang landen als Italië, Spanje en Griekenland doorlaten, is elk nationaal migratiebeleid op z’n best een symbolische rempoging.
📢 Steun De Dagelijkse Standaard in onze verslaggeving van het migratiedebat. Onafhankelijk, scherp en gefocust op de vragen die ertoe doen.
💳 Doneer via BackMe
📨 Of via directe bankoverschrijving: NL95RABO0159098327 t.n.v. Liberty Media o.v.v. ‘Donatie DDS’