Toch een conservatieve partij?

Geen categoriejun 14 2013, 12:44
Joshua Livestro heeft gesproken. Hij reisde af naar Gouda, nuttigde een biefstuk bij Koeien en kaas, en gesterkt door enkele glazen tomatensap sprak hij in een omgeving die conservatieven waardig is – een sociëteit met leren fauteuils aan een gracht die er in het zachte licht van een mooie lenteavond vredig bij lag – met verve in op een schare van 100 toehoorders. Na afloop gingen zij nog net niet de straat op om op het balkon van het nabijgelegen oude stadhuis van Gouda de conservatieve revolutie uit te roepen, maar iets was er in hun hoofden wel veranderd: velen geloofden dat die Conservatieve Partij waar Livestro over had gesproken, er moest komen en nu ook kan komen.
In aanloop naar zijn lezing had ik zelf betoogd dat het conservatisme in Nederland wel bestaansrecht heeft maar dat er geen voedingsbodem voor is. Dat heb ik toch echt verkeerd gezien, betoogde Livestro. Die voedingsbodem is er wel degelijk omdat een conservatieve partij op drie thema’s aan een grote vraag beantwoordt. Conservatieven hebben in de eerste plaats ‘een zeker idee van Nederland’, dat wil zeggen: zij kennen en waarderen de Nederlandse cultuur en identiteit en zullen het daar tegenover ‘Europa’ en allerlei vormen van de islam altijd voor opnemen.
Bovendien begrijpen conservatieven dat bezuinigingen in de zorg en de sociale zekerheid nu echt hard nodig zijn. Livestro zei te verwachten dat een nieuwe ronde van bezuinigingen dit najaar vooral uit lastenverzwaringen en geklungel met de kaasschaaf zal bestaan. En daar gaan we het niet mee redden.
En conservatieven staan, ten derde, voor heldere, principiële politiek – wat mensen zal aanspreken die hun buik vol hebben van, bijvoorbeeld, een VVD die, als het moet, net zo links is als haar huidige coalitiegenoot, en zich voortdurend in smoesjes wentelt om dat gebrek aan ruggengraat te maskeren.
Daar komen, zo bezwoer Livestro, nog enkele gunstige omstandigheden bij. De grote ‘cultural wars’ – over euthanasie, homohuwelijk, etc. – zijn voorbij. Het conservatieve kamp heeft altijd uit vele woningen bestaan, en wordt bevolkt door mensen uit liberale, populistische, christen-democratische en staatkundig-gereformeerde hoek. Over zware ethische thema’s konden die het nooit eens worden. Hoeft ook niet meer, want die discussies zijn beslecht. Dé grote splijtzwam is geëlimineerd.
Een tweede gunstige omstandigheid is dat het conservatisme in Nederland zich vanaf 2000 tot een echte beweging heeft ontwikkeld. Er zijn tal van publicaties, er is Livestro’s eigen website, en het conservatisme is een onderscheiden geluid in het Nederlandse publieke debat. Die onderbouw is er nu wel. En daarom is het nu tijd door te stoten naar de bovenbouw, tot de politiek dus.
Is dit conservatisme – een combinatie van cultureel conservatisme en economisch rechts – in Nederland levensvatbaar?
Er zijn vier zaken waar Nederlanders zich zorgen over maken. Over normen en waarden (d.w.z.: elementair fatsoen, vriendelijkheid en verdraagzaamheid in de publieke ruimte), over hun economische toekomst (banen en pensioenen), over onderwijs (niveau en toegankelijkheid) en over hun veiligheid.
Tel uit je winst: waarden, onderwijs en veiligheid zijn bij conservatieven in vertrouwde handen.
In het ‘modern-conservatieve’ segment van de kiezersmarkt zijn vier onderwerpen ‘hot’: nationale identiteit en eenheid, sociale zekerheid, pensioenen, en vrijheden. Dit rijtje laat twee dingen zien: VVD en CDA zullen (als ze blijven die ze zijn) in dit segment geen hoge ogen meer gooien. Iets ‘nationaals’ weten zij niet te benoemen, op sociaal-economisch terrein verspreiden zij vooral onzekerheid, en alleen aan de vrijheden (d.w.z.: de vrijheden uit de jaren zeventig, tot en met het homohuwelijk, die de meeste Nederlanders niet willen terugdraaien) zullen zij niet tornen. En het rijtje verklaart, ten tweede, de populariteit van PVV en SP.
Hoe staan de conservatieven er tegenover dit rijtje voor? Die nationale identiteit is bij hen veilig. Die vrijheden ook, als we tenminste Livestro volgen in zijn analyse dat de ‘cultural wars’ uitgevochten zijn en dat zich nu nieuwe fronten aandienen. Maar één van die fronten is de interpretatie van de rechtsstaat, waarbij een streven naar eenheid (art. 1) tegenover de ruimte van de pluriformiteit staat (de klassieke grondrechten). Bestaat daarover in het conservatieve kamp eenstemmigheid? Ik vrees van niet. En zekerheid op sociaal-economisch gebied zullen conservatieven niet willen bieden – anders dan de zekerheid van krimp, bezuinigingen en kortingen. Daar zit de zogeheten ‘moderne conservatief’ – zo blijkt al uit de populariteit van de PVV – niet op te wachten.
Het geheel overziende, erken ik graag dat Joshua Livestro een punt heeft wanneer hij betoogt dat het kan. Maar hij heeft zeker niet alle bezwaren en hobbels kunnen wegredeneren. En daarom concludeer ik dat de tussenstand in de discussie tussen hem en mij op 1-1 staat.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten